Logo De 9 Straatjes

donderdag 8 september 2022

Djoeke Wessing, de vrouw achter De 9 Straatjes. In memoriam…

Djoeke Wessing stond in de jaren negentig aan de wieg van De 9 Straatjes. Ze ontving daarvoor in 2015 een lintje. Helaas is Djoeke vrijdag 2 september jl. overleden. Voor De 9 Straatjes blijft ze natuurlijk altijd van belang. Lees hier meer over deze markante vrouw…


Djoeke Wessing – de vrouw achter De 9 Straatjes en Art Deco in 2015 in NRC Handelsblad

‘Eind dit jaar alleen nog op internet’

Een echtpaar kijkt met interesse naar de lampen in de etalage van Art Deco van eigenaresse “Djoeke Wessing”. Een minuut na opening staan er al twee klanten binnen. Beiden voor de lampen waar Wessings lampen-, glas- en meubelstoffenwinkel van uitpuilt. Vrijwel alles in art deco – de stijlbeweging uit de periode 1920 tot 1939, met haar typerende bonte kleuren, geometrische figuren en versieringen.

Wessing vindt de stijl zelf „heel mooi”. Ze besloot zich erin te specialiseren toen ze artikelen uit die periode steeds vaker aantrof op de markten die ze in Frankrijk, Engeland en België bezocht. Het ‘oude glas’ dat Wessing nu verkoopt, verzamelde ze tijdens die reizen en staat in de opslag. ‘Nieuw mondgeblazen glas’ bestelt ze via een niet nader genoemde handelaar.
Reizen doet ze inmiddels niet meer: „Ik heb genoeg, maar als ik toevallig op een markt of in een winkeltje iets bijzonders tegenkom, probeer ik het toch te kopen.”

Art Deco krijgt geregeld bezoek van bekende Nederlanders, architecten, rijke grachtengordelbewoners. Populair is de lamp in Tuschinski-stijl, met art deco en jugendstil motieven.
Maar het best lopen Wessings art deco meubelstoffen, die ze als enige in Europa verkoopt. Daar komen klanten van over de hele wereld op af. Wessing: „Die stoffen zijn de kracht van mijn winkel.” Een Australiër vloog er zelfs speciaal voor over. „Ik vroeg nog aan hem: u gaat toch wel de grachten bezoeken en het Rijksmuseum? Niet dus.” Een New Yorker kwam over voor twee kleine kussentjes, in ‘Smokey blue’, die hij op de website van Art Deco had gevonden. Wessing: „Frappant vind ik het, dat mensen zoveel geld uitgeven voor zoiets kleins.”

De meubelstoffen zijn ook in Amsterdam in trek. Theater Tuschinski en Café Schiller aan het Rembrandtplein stoffeerden er hun interieur mee. Wessing leverde de afgelopen decennia ook meubelstoffen aan het Café Americain op het Leidseplein. Bijna werden haar stoffen ook nog gebruikt in de hal en de bar van het restaurant. Toen belandde ze in het ziekenhuis. Een nieroperatie. En juist op dat moment kreeg het Americain een nieuwe eigenaar: Wessing: „Die vonden de art deco stoffen vreselijk. Weg opdracht. Daar was ik wel even verdrietig om. Was een hele leuke order. En ik hoopte daarna natuurlijk het hele hotel te mogen doen.”

Wessings winkeltje is inmiddels alweer 25 jaar gevestigd in de Huidenstraat, in het hippe winkelgebied ‘De 9 Straatjes’. Dat concept en de naam werden door Djoeke Wessing zelf bedacht: „Dit oude leerlooiersgebied trok weinig bezoekers. Ik dacht arrogant: waarom creëren we geen ‘dorpje in de stad’ waar de hele wereld op afkomt. Tijdens een wandeling langs alle kleine straatjes bedacht ik de naam voor dat dorpje.” Vijf jaar na de oprichting van de ondernemersvereniging die het concept eind jaren ’90 moest gaan uitwerken, stond het gebied gearceerd op alle stadsplattegronden. „Als ik iets in m’n hoofd heb, ga ik ervoor. De buurt is echt geworden waar ik van gedroomd heb.”

Toch gaat Wessing die buurt eind dit jaar verlaten. De economische crisis heeft ook zij de afgelopen jaren gevoeld. Dit feit, gecombineerd met de opkomst van webshops, deed haar besluiten met Art Deco voortaan uitsluitend nog als internetwinkel door te gaan. Het pand in de Huidenstraat wordt, met instemming van huurder Wessing, verkocht. Ze zoekt nog wel een showroom waarin ze haar stoffen en lampen kan tonen. Wessing: „Klanten willen die meubelstoffen voor aanschaf eerst voelen, en die lampen zien schijnen.”
Ze gaat die nieuwe fase met vertrouwen tegemoet: „Ik heb de afgelopen jaren duizenden visitekaartjes uitgedeeld. Mensen weten me vast nog wel te vinden.”

NIEUWSBRIEF DE 9 STRAATJES

“Als ik enthousiast over iets ben, dan ga ik er ook duizend procent voor.”

Sinds de jaren tachtig zit Djoeke Wessing met haar art deco meubelstoffen, verlichting en curiosa aan de Huidenstraat. Het duurde daarna even, maar midden jaren negentig wist ze het zeker, dat negental dwarsstraten rondom haar moest en zou ‘een gebiedje’ worden. Met een eigen naam en een aantrekkingskracht waar de hele wereld op af komt. Djoeke:

“Vroeger was alles anders. Ik vond het altijd vreselijk als mijn moeder dat zei, maar nu zeg ik het zelf soms ook! Toen ik begon, was er in de Huidenstraat namelijk een ongekende saamhorigheid, alsof we één grote familie waren. Mijn winkel was mijn tweede huis en als ik in de zomer veel buiten zat met Jetty van Fifties dan kwam de een na de ander langs en was het de zoete inval. Ik heb nog altijd fijne buren, maar er is ook veel veranderd. Aan de overkant zat toen bijvoorbeeld nog een bier- en een elektriciteitswinkel en de poelierszaak van Joop en Annie.
Ik begon destijds in De Looier, maar sloot al snel een deal met Jan Best op de hoek. Ik zou zijn winkel in het oog houden en mocht dan mijn art deco meubelstoffen bij hem neerzetten. Jan deed vooral in lampen en bezat een deur verder nog een zaakje waar we later zo’n beetje samen deden. Tot ik mijn huidige winkel kon overnemen, een zaak in remakes van Tuschinskylampen, die goed bij mijn stoffen pasten en bij het art deco sfeertje dat ik wilde scheppen. Ik kon het forse overnamebedrag echter niet betalen, maar mocht het uiteindelijk van de eigenaren lenen.
Op een dag ging ik uit pure interesse naar een bijeenkomst van de Beheergroep Westelijke Grachtengordel van de gemeente. Daar is het eigenlijk allemaal begonnen, toen ze er spraken over de negen zijstraten tussen de grachten. Hoe vaak liep ik er wel niet door en dacht: waarom is het hier niet net als in de Jordaan, zo’n echt gebiedje dat mensen kennen en waar men op af komt?

Mooi vooruitzicht
“We hadden het weleens over feestverlichting en Wil Niessink van de toenmalige elektriciteitswinkel en ik meenden dat we zoiets toch voor elkaar moesten kunnen krijgen. Zij ging de Runstraat af en ik de Huidenstraat. Geld was natuurlijk het grootste probleem, want niemand wilde betalen. Hoe pak je zoiets nou aan, heb ik toen aan Bert Niemeyer van de gemeente gevraagd. Je moet een ondernemersvereniging beginnen, luidde het antwoord. Maar zo’n winkeliersclub leek me zo truttig, want we waren toch ook vrijgevochten types, die deden wat we wilden.

Hoe dan ook, via Bert kwam ik in contact met Cis Apeldoorn van de Kamer van Koophandel. Toen ik haar liet weten dat ik in negen zijstraten dezelfde feestverlichting wilde, lachte ze hartelijk, want dat leek haar niet alleen voorbarig maar ook een mooi vooruitzicht. Ik zag namelijk een heel gebied op de kaart voor me, dat niet alleen Amsterdammers maar ook toeristen zou trekken, want die kwamen nauwelijks. Cis stelde voor een bijeenkomst te organiseren om een ondernemersvereniging op te richten. Je moet het zelf doen, zei ze, maar de rekening betaalt de kamer van koophandel. Maar dan moet er niet alleen een drankje zijn maar ook een hapje, riep ik, anders komen ze niet. Vervolgens ben ik alle straten afgegaan om iedereen naar De Doffer te krijgen. Dat café kende ik goed, daar zat ik vaak. Sommige ondernemers hadden er niet veel zin in, die vonden het maar gedoe en geregel, maar de meesten waren wel te vinden voor meer loop en dus meer inkomsten.

Uitgefloten
Op 12 november 1996 was het zover. Het nachtcafé van De Doffer puilde uit met maar liefst eenenzestig mensen. Nerveus opende ik de bijeenkomst, waarna Cis van de KvK een verhaal hield, gevolgd door het MKB. Die laatste werd nog uitgefloten door een paar jonge ondernemers, want het MKB stond destijds als nogal oubollig bekend. Maar uit die bijeenkomst is toen een club ontstaan die al de volgende avond in café Wheels bij elkaar kwam. Met een hapje erbij natuurlijk, want dat vind ik gewoon belangrijk. Cis van de KvK vond dat ik voorzitter moest worden, maar dat durfde ik niet omdat ik daar niet de nodige ervaring voor had. Toen is Bert Quist het even geweest, tot ik op een of andere reclamebijeenkomst Frits de Ridder uit de Hartenstraat hoorde spreken. Hij leek me echt geschikt voor het voorzitterschap. En: hij wilde wel. De Ridder bracht structuur in het geheel en stelde een aantal commissies in, zoals publiciteit en gemeentecontacten en veiligheid, waarvoor ik me ging inzetten.

Al snel moesten we natuurlijk een naam hebben en van begin af aan ging ik voor De 9 Straatjes. De meesten vonden dat echter te moeilijk om uit te spreken, maar mij leek het juist goed te onthouden. Er is toen een prijsvraag uitgeschreven waar namen uitkwamen als Het Gildekwartier en iets met Atlas van het paleis op de Dam. Ik meende echter dat ik als initiatiefnemer wel recht van spreken had en vroeg om een extra ledenvergadering met een stemming over De 9 Straatjes. Vervolgens ben ik bij alle winkels gaan lobbyen, zodat die naam als winnaar uit de bus kwam. Daarna hebben we met veel moeite bij de gemeente gedaan gekregen dat we een bordje met De 9 Straatjes onder de straatnaamborden mochten plaatsen. En toen waren we eindelijk dat echte gebiedje en stonden we officieel op de kaart.

Trots
“Frits de Ridder is een jaar voorzitter geweest, waarna eerst Lasse Nielsen van café Nielsen het overnam en daarna Elly van der Wouw van hotel Pulitzer. Er brak opnieuw een vruchtbare tijd aan, de groep was groot en Elly hield de boel op een prettige manier in toom. Ik heb veel van haar geleerd en dankzij haar is Pulitzer nog altijd een sponsor van de vereniging. Toen ze er na drie jaar helaas mee ophield, ben ik zelf vijf jaar voorzitter geweest.

De 9 straatjes was mijn alles, tien jaar lang heb ik me daar op gericht. Het viel me dan ook zwaar toen we als enthousiast en hardwerkend bestuur helaas niet anders konden dan het bijltje erbij neergooien. Uitgerekend op een moment dat ik herstelde van een ernstige ziekte, maar daar hebben we het maar beter niet over.

Ik ben zo iemand die behalve besturen ook alles deed. Ik ging niet alleen naar de gemeente, de winkels en allerlei bijeenkomsten, maar regelde ook een mobiele noodbrug voor opgebroken bruggen, begeleidde de herprofilering, trok twee jaar aan het burenbelsysteem, en niet te vergeten het legendarisch 9straatjesdiner. Een voorzitter hoorde dat niet allemaal te doen, vonden sommigen. Maar ja, ik hield ervan. Als ik enthousiast over iets ben, dan ga ik er gewoon duizend procent voor. En het was ook leuk en leerzaam, want ik werkte heel prettig samen met het stadsdeel, A’dam City en de straatvertegenwoordigers. Ik leerde niet alleen veel over de stad, de politiek en het besturen op groter en kleiner niveau, maar deed ook veel mensenkennis op, in positieve en negatieve zin. En: voor een groot deel is De 9 Straatjes geworden wat ik ervan hoopte. Ik ben daar echt trots op. Maar het knusse moet wel blijven, de authentieke winkeltjes, dat is het belangrijkste voor de toekomst.”